Donderdag 7 juli, de zon schijnt uitbundig maar zuid-oost en noord-west van ons trekken buien over land en zee. We klimmen weer op onze aluminium rossen en fietsen via de Georgische begraafplaats naar Den Burg, daar is een begraafplaats van geallieerden uit de 2e wereldoorlog, veel (vaak) jonge mensen o.a. uit Engeland, Canada en zelfs Nieuw Zeeland liggen daar begraven op het zeer goed onderhouden kerkhof. Indrukwekkend. Bij het eerste bosrandje hebben we genoten van een heerlijke lunch in de "Worsteltent", zo heet deze horeca zaak, ga nu alleen niet uitleggen waarom die zo'n aparte naam heeft. Via het bos en de duinen kwamen we in Den Hoorn, voor de 2e keer in een kunstgalerie gekeken en doorgetrapt richting Het Horntje, s'ochtends had ik al geroepen dat we recht hadden op één bui, nou die kregen we dan ook, na een kwartiertje schuilen konden we weer door. Met een stevige bries in de rug reden we buitendijks weer naar de jachthaven. Vrijdag hebben we het rustig aan gedaan. Beetje lezen in de zon en Marianne nog even naar Den Burg, s'avonds wilden we uit eten maar zagen het niet zitten om weer naar Den Burg te fietsen of met de bus te gaan. We belanden uiteindelijk toch in restaurant "De Compagnie" bij de jachthaven. Marianne bestelde Tx'ls lamsvlees en zelf nam ik een rib-eye, erg lekker allemaal en als bonus hadden we een prachtig uitzicht over de Texelstroom en de Waddenzee. Zaterdag 9 juli gingen we na de "ochtendregen" naar Den Burg om weekendboodschappen te doen en een terrasje te pikken om koffie met appeltaart te nuttigen in de felle zon, wat is het leven soms lastig. Zondag weer tijd voor vertek, om 09.40 verlieten wij Texel weer na een zeer geslaagd verblijf. Het eerste stukje even met de motor recht tegen de wind in en voor de ton GVS (gat van de stier) de kar weer uitgezet en met de genua heerlijk naar Den Oever gezeild, de stroom liep mee en de wind kwam schuin van achter, vandaar. We konden al snel de sluis in en waren om 12.30 al weer op het groene IJsselmeer. Nu bijna pal voor de wind zeilden we naar Workum. Ten zuiden van ons trokken zware buien Friesland in. Net voor de haven krijgen we er nog een paar spetters van, maar in het binnenland hoorde je het donderen. Maandag 11 juli gaat Marianne de stad Workum in op de fiets om nog een paar bollen wol op te halen. Dat was niet eenvoudig maar om 13.45 kwam zij met de knotten weer aan boord. Meteen de haven uit gevaren en de genua uitgerold. De wereldlampioenschappen van de Laserklasse werd vanuit Workum gezeild, maar niet vandaag. Er was weinig tot geen wind maar wij zeilden de ongeveer 5 mijl in 4 uur tijd naar Stavoren. Zie ook de foto van Hindeloopen met de weerschijning van de wolken op het water. In de buitenhaven van Stavoren hadden we nog een mooie avond met uitzicht over het IJsselmeer, Enkhuizen lag aan de horizon. Dinsdag 12 juli is de laatste zeildag, na een schrobbeurt onder de douche vertrokken we tegen twaalven met de uitgerolde genua, windje 4/5 beaufort schuin van achteren (bakstagwindje voor de kenners). Het water was erg onrustig en kwam vaak van 2 kanten dus we rolden als een gek. Om de zaak wat stabieler te maken hadden we ook het grootzeil kunnen hijsen maar daar hadden we op deze vakantiedag geen zin in. Na 2 uur varen kwamen we in Enkhuizen aan en knoopte de boot vast op de vertrouwde plek. In de haven was van de frisse wind van "buiten" niets meer te merken. De beloofde harde wind komt s'avonds 6 tot 7 beaufort met regen, we liggen weer heftig te schommelen tussen de palen. Woensdagmorgen (vandaag) was het nog erger, we hellen soms 15 graden en de wind giert door het wand, de kuiptent heeft het ook moeilijk maar die hebben we goed vastgespijkerd. De IJsselmeerpost Lelystad gaf via de marifoon aan dat zij daar bijna windkracht 8 hadden. Tijd om de zaak in te pakken en het schip te verlaten. Zeiknat duiken we de auto in en zetten de kachel op standje 3, buiten was het 13 graden. Het was een woest einde van een mooie vakantie met heel veel zon. Tot later weer eens, gegroet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten